Bibliothèque mondiale du cheval

IMAGE

L’ouvrage est entièrement numérisé et disponible sur le site :

Rijkunstig handboek, bijzonder ingerigt voor burger-rijscholen en liefhebbers van paarden / MERLEN Bernard VAN, 1846
Rijkunstig handboek, bijzonder ingerigt voor burger-rijscholen en liefhebbers van paarden — Door Jonkheer B. van Merlen, Majoor bij het 2 e Regiment Dragonders. / MERLEN Bernard VAN
: Amsterdam , Gerard Bentinck, 1846
: [1 e . Hoofddeel. Het dagelijksch omgaan met en het temmen der paarden.
2 e . Hoofddeel. De afrigtingskunst.
3 e . Hoofddeel, de rijkunst.
4 e . Hoofddeel. De hoogere rijkunst, en:
5 e . Het op adem brengen (entrainer) van rij- en jagt paarden]
: 1 vol.
: XXIV-296 p.
Néerlandais

: Equitation / Initiation - travail du cavalier

« Hoewel wij nog niet op die hoogte zijn, waarop men in Duitschland is, betreffende het dagelijksch omgaan met paarden, hunne afrigting en de rijkunst, zoo bespeurt men echter veel meer lust en ijver voor deze zoo nuttige als aangename kunst dan voorheen.
Het vermeerderen en verbeteren van een aantal rijscholen en de Carousels, welke door de liefhebbers jaarlijks uitgevoerd worden, zijn hiervan de sprekendste bewijzen. Aan het hoofd van eenige scholen vindt men werkelijk verdienstelijke en bekwame Pikeurs en Onder-Pikeurs; doch eene gedrukte en geregelde Rijcursus ontbreekt. Door onderscheidene liefhebbers, vooral in deze hoofdstad, werd wel eens het gemis betreurd van eene goede andleiding voor Burger-rijscholen; door eenige dezer Heeren aangezocht zijnde hier in te voorzien, hebben wij het gewaagd deze taak op ons te nemen. Het vervaardigen van deze Cursus geschiedt geheel belangeloos, en alleen uit zucht om de rijkunst en de kennis aan het opkweeken van het paard meer en meer te verspreiden; mogt zij aan dit doel beantwoorden, dan rekenen wij ons daardoor ruimschoots beloond.
Daar er behalve de rijkunst zelve, nog twee voorname hoofddeelen zijn, die daarmede in een naauw verband staan en in ons land nog veel te wenschen overlaten, zoo is het ons noodzakelijk voorgekomen, ook deze ten gebruike der liefhebbers van paarden uit te geven. Het eerste gedeelte is de dagelijksche behandeling van en het omgaan met de paarden, alsmede het temmen van kwade en bedorvene paarden. Hoeveel paarden zijn er niet bedorven door eene verkeerde behandeling! Kwaadheid, kreupelheid enz., waren hiervan de gevolgen; terwijl door onkunde en onhandigheid vele menschen ongelukken bekomen hebben en doodgeslagen zijn.
Dit eerste gedeelte is getrokken uit de werken van den Hongaarschen Ritmeester BALLASSA , iemand, die van zijne jeugd af met wilde paarden heeft omgegaan, en wien door zijne ervarenheid hierin, eene buitengewone bevordering te beurt is gevallen; iets, dat in Oostenrijk eene zeldzaamheid is. Wij hebben hier ook bij geraadpleegd, het werkje van den Heer KORSEPA, beroemd paardentemmer te Berlijn. Het tweede gedeelte is de afrigtingskunst. Dit gedeelte is hoofdzakelijk getrokken uit de werken van den verdienstelijken Pikeur van de Militaire rijschool te Berlijn, den heer SEIDLER , en gedeeltelijk uit het werk van den heer BAUCHER . […] » Présentation de l’éditeur (1846)